Tijdens de individuele lessen dirigeren kunnen kunnen allerlei theoretische en practische aspecten van het dirigeervak aan de orde komen. De lessen worden aangeboden op het niveau van elke afzonderlijke leerling en worden aangepast aan behoefte en vraag. Leerlingen kunnen zijn: ervaren en onervaren dirigenten van elk niveau, zowel amateurmusici als muziekprofessionals en zowel dirigenten die werken of willen gaan werken met koren, ensembles of orkesten. De lesduur is 75 minuten (5 kwartier), tenzij anders wordt overeengekomen.
Maatwerk
Omdat de behoeften van leerlingen uiteenlopen, biedt Michel Havenith met zijn individuele dirigeerlessen maatwerk. Dit maatwerk kan variëren van vragen om hulp bij dirigeer-basisvaardigheden tot complexere dirigeervaardigheden zoals het dirigeren van recitatieven, of specifieke onderwerpen zoals repetitietechniek, ontwikkelen van koorklank, instrumentenkennis en partituurvoorbereiding.
Eigen ensemble
Voor leerlingen die al een ensemble leiden kunnen lessen worden gegeven op de repetitielokatie. In dat geval wordt het eigen ensemble gebruikt voor praktijklessen. Het ensemble hoeft hiervoor géén aanpassingen te doen zoals extra programma’s of extra repetities, al zal er tijdens deze repetities misschien wat vaker onderbroken worden dan normaal. Omdat het eigen ensemble door deze aanpak echter meer betrokken wordt in het repetitieproces, is de ervaring dat dit als boeiend en positief wordt ervaren. Het ensemble merkt tevens de groei van hun dirigent en daarmee hun eigen muzikale groei, hetgeen motiverend werkt.
Inhoud
Voorbeelden van onderwerpen die tijdens de individuele lessen aan de orde kunnen komen, zijn:
- Hoe maak ik een goede repetitieplanning?
- Hoe weet ik van te voren waar problemen gaan optreden?
- Hoe kan ik de klank van mijn koor optimaliseren?
- Hoe test ik nieuwe koorleden?
- Ik bespeel geen strijkinstrument. Hoe bereid ik me voor op streektechnieken?
- Hoe weet ik wat moeilijk speelbaar is?
- Hoe repeteer ik economisch en toch effectief?
- Hoe bereid ik een werk voor?
- “Ik heb volgend seizoen mijn eerste uitvoering met koor, solisten en orkest; waar moet ik allemaal aan denken?”
- “Bij de orkestrepetitie voor het concert van mijn oratoriumvereniging stond ik na een vraag uit het orkest over de streken met m’n mond vol tanden; hoe voorkom ik dat?”
Communicatie
‘Lichaamstaal’ of ‘non-verbale communicatie’ zijn tegenwoordig modewoorden die te pas en te onpas worden gebruikt. Er zijn echter weinig beroepen waarin lichaamstaal zo belangrijk is als bij dirigeren. Denk daarbij aan dingen zoals:
- Hoe kom ik over op het ensemble dat ik leid?
- Welke gevolgen heeft het gedrag van de dirigent op het ensemble?
- Kan ik dit proces sturen?
- Waarom reageert mijn ensemble zo op mij, en anders wanneer een ander ervoor staat?
- Wat is de meest effectieve manier om iets ‘voor elkaar te krijgen’ bij mijn ensemble?
- Hoe gedraag ik mij op het podium?
- Hoe breng ik een mondelinge aanwijzing het beste over op mijn koor/orkest/ensemble?
Naar gelang de vraag van de leerling kan het aspect lichaamstaal deel uitmaken van de individuele lessen.