Een veel gehoorde klacht van dirigenten. Je doet je best om alles goed aan te geven en je merkt dat het allemaal niks uitmaakt omdat bijna niemand naar je kijkt. Althans, zo komt het op je over. Probeer er eerst achter te komen of je koor/orkestleden echt niet kijken, of dat ze misschien wel kijken maar niets zien dat de moeite waard is om op te reageren…
Laten we er hier voor het gemak vanuit gaan dat je alles laat zien zoals het hoort, maar je orkest-/koorleden inderdaad niet naar je kijken. Dat gebeurt niet zomaar, maar heeft een reden. De twee belangrijkste oorzaken zijn:
- Hardop tellen
- Te veel / te groot dirigeren
- Je wilt beginnen en telt als dirigent hardop mee: “Drie, vier,…!” Op zich niks mis mee. Soms kan het zelfs niet anders: als je toevallig (bij een koorrepetitie) achter de piano zit en met twee handen moet spelen. Het kan echter een probleem worden als je het bij elke inzet doet. Zowel aan het begin van een stuk, als bij elke onderbreking. Dan hoeven de mensen namelijk niet meer naar je te kijken, want ze horen wanneer ze moeten inzetten.
Dit geeft op den duur een dubbel probleem: je zangers/spelers zijn niet gewend om te zien hoe je een inzet aangeeft. Dus de kans dat er iets misgaat tijdens de inzet wanneer je het zonder hardop tellen doet, wordt groter!
N.b.: Als je hardop tellen gewend bent en je doet het ineens niet meer, zul je merken dat je orkest/koor de eerste keer helemaal niet reageert en de volgende keren waarschijnlijk slecht (of alleen een deel van de mensen).
Op den duur zal je koor/orkest echter naar je kijken en alerter reageren!
- Veel dirigenten dirigeren te groot of “te veel”. Hierdoor ontstaat een ‘devaluatie’ van je gebaren. De dirigent die met veel gebaar en bewegingen onrustig dirigeert en vervolgens aan koorleden vraagt om “mooi, rustig legato” te zingen, zal merken dat de koorzangers steeds minder opletten. Er is nl. geen verbinding tussen wat ze zien en wat door de dirigent wordt gevraagd. Bovendien zien ze je toch vanuit elke ooghoek bewegen! En je loopt ook nog het risico dat er weinig of niets gebeurt wanneer je een keer ‘kleiner’ dirigeert.
Denk er ook aan dat zangers en spelers, bijvoorbeeld door vaak onnodig onderbreken, moe kunnen worden. De concentratie wordt dan minder en er wordt minder goed opgelet, c.q. gekeken.
Afgezien van wat hierboven wordt beschreven, is het natuurlijk wel van belang dat koor/orkestleden je kunnen zien: zie erop toe dat je als dirigent iedereen in je orkest of koor goed kunt zien. Dan kunnen ze jou in de regel ook zien.
© Kleine steentjes muziektrainingen – www.kleinesteentjes.nl