Gebruik van de lessenaar

Dirigeren wordt beïnvloed door externe omstandigheden. De lessenaar is één daarvan. Door een slecht gebruik van de lessenaar kan het dirigeren negatief worden beïnvloed.

Veel voorkomende problemen zijn:

  • Er wordt een slechte lessenaar gebruikt. Met ‘slechte lessenaar’ bedoel ik hier: 
    • Een inklapbare metalen lessenaar.
      Deze lessenaars lijken handig (draagbaar) en zijn niet duur. Ze zijn echter niet bruikbaar als dirigeerlessenaar. Het voornaamste bezwaar is dat ze bij gebruik van wat zwaardere en grotere partituren topzwaar en instabiel worden. Bovendien is het blad vrij klein en kunnen ze niet plat (horizontaal) genoeg worden ingesteld.
    • Een lessenaar waarvan het blad te klein is. Een te klein blad wreekt zich als een grote partituur moet worden gebruikt. Die buigen over de bovenrand, zijn gedeeltelijk niet meer leesbaar en de pagina’s kunnen niet meer, of moeilijk worden omgeslagen.
    • Een lessenaar die niet of niet goed versteld kan worden. Denk hierbij aan de zware kerklessenaars waar het uitschuifbare gedeelte d.m.v. een pen in diverse hoogtes moet worden vastgezet.
  • De lessenaar staat te hoog. Nadeel: 
    • Als de lessenaar te hoog staat, bestaat het risico dat je tegen het blad aan slaat. Dat kan een gebroken dirigeerstok opleveren of een pijnlijke hand….
    • Het onderste deel van je bovenlichaam is niet, of maar deels zichtbaar.
    • Je bent gedwongen om hoger te dirigeren, waardoor je dirigeergebied kleiner wordt en je hele voorkomen anders wordt.
  • De lessenaar staat te laag. Nadeel:
    • Als de lessenaar te laag staat, moet je iets bukken elke keer dat je een pagina omslaat. Afgezien van rugklachten die je op den duur kunt krijgen, wordt het dirigeren onrustig door het herhaaldelijke bukken en weer rechtop komen.
  • Het blad van de lessenaar staat te recht (te verticaal): Dezelfde nadelen als bij een te hoge lessenaar (zie boven).

Een goede lessenaar:

  • Is stevig en stabiel (zwaar!), ook met grote of zware partituren.
  • Is verstelbaar, zowel in hoogte als het blad.
  • Heeft een blad dat ook groot genoeg is voor grote partituren.
  • Heeft een dicht blad, zodat je aantekeningen kunt maken zonder dwars door het papier te gaan.

Hoe hoog moet ik de lessenaar instellen?

  • Stel eerst het blad van de lessenaar zo in dat het bijna horizontaal staat, maar natuurlijk schuin genoeg zodat de muziek er niet afvalt.
  • Zet vervolgens de lessenaar zo laag mogelijk, maar zo dat je zonder voorover te bukken een pagina kunt omslaan.

Tips:

  • Een los schrijfplankje dat op de onderkant van het lessenaarblad wordt geschoven, kan heel handig zijn.
  • Een lessenaarlamp is onontbeerlijk als je in een ruimte komt waar onvoldoende licht op de lessenaar is.
  • Voor de wat oudere, bijziende dirigenten met een leesgedeelte in de brillenglazen of varifocale glazen: deze werken averechts bij het lezen vanaf een muzieklessenaar omdat dit over het algemeen juist het veraf-kijkgebied is. Overweeg in dat geval de aanschaf van een aparte bril met enkelvoudige glazen voor ‘in de verte’ of een aparte bril waarvan het leesgedeelte is aangepast aan de lessenaarafstand.

© Kleine steentjes muziektrainingen – www.kleinesteentjes.nl